Ik hoorde de term vorige maand voor het eerst: We zitten nu in een War on talent.
Ik denk dat het een beetje een overdreven term is, maar in essentie wel klopt. Actief als Blueriq recruiter merk ik wel dat de kandidaten die zich de laatste tijd bij ons melden, allemaal op meerdere borden tegelijk schaken, wat altijd een goed idee is natuurlijk. Maar het is nu wel een tijd waarin kandidaten de werkgever kiezen waarvoor ze willen werken, en niet andersom.
In het afgelopen jaar zijn er zo'n 30 nieuwe collega's bij ons gestart. Zoveel zochten we er ook, dus die oorlog zijn we niet aan het verliezen. En we gaan nog even door, want ook het komende jaar zoeken we weer een groot aantal business engineers en software developers.
We werven deze talenten door ze te vertellen dat ze mee kunnen bouwen aan innovatieve opdrachten die een brug slaan tussen business en IT, bij veel verschillende klanten, met snel veranderende en vaak complexe logica, slimme koppelingen met randsystemen, vaak met een regelgedreven zaak als rode draad. Met ons modelleerplatform Blueriq.
Helaas kiest niet iedereen die we benaderen voor ons, maar de kandidaten die dat wél doen, kiezen écht voor ons omdat ze willen werken met Blueriq. En de leuke collega's. En de variatie in werk, zowel business analist als ontwikkelaar van modellen. En de zelfstandigheid die je - in teamverband - krijgt. En de bedrijfsgrootte (niet te groot, niet te klein). En de impact die onze oplossingen op de maatschappij hebben. En onze opleidingsmogelijkheden, niet alleen van de Blueriq Academy maar alles daaromheen. En het ontwerpen en oplossen van soms lastige puzzels. En het mooie kantoor. En de doorgroeimogelijkheden, vooral inhoudelijk. En al die verschillende klanten, die hún klanten het beste willen bieden. En...
En vanwege salaris, pensioen, resultaatbonus, leaseauto/treinabonnement, laptop, telefoon... etc. Maar alléén daarmee win je deze oorlog niet.